Normaal loop ik tot aan de rotonde bij de Groenendaal als ik mijn hoofd even wil laten doorwaaien of mijn stemming wil veranderwandelen. En vanmorgen voelde ik het ineens. Ik kon nog doorlopen, ik had energie over. En ik liep een stukje verder richting het water. Ineens was er ruimte voor meer.
 
Een verschijnsel wat ik steeds vaker merk en herken bij anderen om mij heen. Soms zijn er omstandigheden waar je niet voor kiest maar die wel gebeuren. Een chronisch ziek kind, een baan die je verliest of gedoe op je werk, een ernstige ziekte, een dierbare die overlijdt. En soms lijken al die dingen tegelijkertijd voorbij te komen.
 
En dan is de ruimte dus op. De bandbreedte die je normaal gesproken tot je beschikking hebt is vol met shit. Wat te doen? Want we willen graag een oplossing, om door te kunnen, om verder te gaan, om het achter ons te laten. De ironie is dat het beste wat je kunt doen, is het er gewoon maar laten zijn. Met alles wat het oproept, en zonder het groter of kleiner te maken.
 
En als het de tijd en de ruimte krijgt, merk je na een tijdje dat het verandert. De hevigheid wordt minder, je raakt eraan gewend, al speelt de pijn nog af en toe op en blijft het een kwetsbaar punt. Maar er komt een moment dat je merkt: ik voel weer ruimte.
 
– Forien –