Hoe je kijkt maakt wat je ziet,
hoe je luistert maakt wat je hoort,
hoe je praat maakt wat je zegt.

Er zijn drie manieren van communiceren:

  • Oppervlakkig

‘He hoe was je weekend? Lekker gehad? Ja prima, het weer begint nu een beetje om te slaan he?’
Niks mis mee. Dit is de smeerolie op het schoolplein, bij de koffieautomaat en bij de kassa.
We maken luchtig contact met anderen om soepel onze dag door te komen.

  • Verdiepend

‘Hoe is het afgelopen met je moeder/ kind/ collega? Hoe gaat het nu op je werk, heb je die training afgerond?’
Interesse. Over het algemeen informeer je iets verder dan de oppervlakte bij goede kennissen en vrienden.
Op deze manier contact maken geeft verbinding en ‘lijntjes’ met anderen.

  • Diepgaand

‘Hoe kijk jij tegen deze situatie aan? Hoe voelde je je erbij toen dat gebeurde?’
Van hart tot hart. Diepgaande interesse in de ander op een bepaald moment.
Deze manier van contact maken geeft verdieping en vervulling, je hoort en ziet de ander echt.

Deze manieren van contact maken worden door elkaar heen gebruikt.

Wil je echt contact en verbinding met die voor jou belangrijke ander?
Onthou dat wat je geeft, krijg je meestal terug. En als je daarbij iets van jezelf laat zien,
je hart opent en kwetsbaar durft te zijn, kan dat voor mooie ont-moetingen zorgen.

Wie ga jij vandaag een diepgaande vraag van het hart stellen?

– Forien –