Het vraagt tijd en moed om iets nieuws in je wereldbeeld op te nemen.
Het is ook een actieve keuze, om telkens weer je aannames en je
beeld van hoe je denkt dat de wereld in elkaar zit bij te stellen.
Hier komt het.
Stel dat de aarde waarop je staat en loopt, leeft.
Dat de aarde onderdeel is van de levende natuur als geheel.
Waar jij zelf, als mobiele natuur, ook onderdeel van bent.
Wij hebben de aarde en alles wat ze voortbrengt nodig om te kunnen leven.
Bomen om te kunnen ademen, water om te drinken.
Dat hebben we niet meer zo door,
aangezien we druk zijn met werk, gezin, carrières,
reclameblaadjes lezen, en bedenken waar we voor gaan sparen.
En meer van die dingen waar zoveel aandacht heen gaat,
zodat we ons bijna niet meer verbonden voelen met onze natuurlijke omgeving.
De aarde heeft ons als mens niet per se nodig.
Er is genoeg andere natuur die meer wederkerig is.
De aarde kan broeien, kan stormen, kan beven, kan valwinden loslaten.
Stel dat dit waar is? Dat je dit langzaam in je wereldbeeld opneemt.
Hoe kijk je dan naar de boom in je tuin die je kapt? Naar de heg die je snoeit?
Naar de onnatuurlijke hitte waarvoor we nu elk jaar massaal zwembaden in de tuin opzetten?
Uiteraard moet je je omgeving onderhouden, anders neemt de natuur het over.
Maar als je, zoals de Native Americans en vele andere natuurvolken, in alles het Leven ziet?
En de wisselwerking tussen alles wat leeft, de onderlinge afhankelijkheid, de eenheid?
Dan ga je anders kijken, denken, voelen en handelen.
We voelen ons als mensen nu vaak meer verwant met een huis dan met een boom.
Terwijl mensen en bomen natuur zijn, de meeste huizen niet.
Wat leren we de kinderen die nu opgroeien? Hoe we met onze omgeving omgaan?
Mijn zoon zag hoe een klasgenootje in groep 2 een spin doodtrapte.
De juf was er blij mee vertelde hij, want ze vond spinnen eng. Hij nu ook.
Vanmorgen wandelde ik weer mijn vertrouwde rondje,
dat er elk seizoen, elke week, elke dag anders uitziet.
In het begin raapte ik heen en terug zwerfvuil op.
Nu alleen nog de terugweg,
want ik kan de hoeveelheid anders niet dragen in twee handen.
Elke keer als ik buk om iets op te pakken,
denk ik aan de woorden van Tommy Wieringa;
‘Ik raap niet alleen vuil op, ik buig voor moeder Aarde.’